Begin met het activeren van de gist. Giet het lauwwarme water in een maatbeker, voeg de suiker toe en strooi er de gist over. Laat het vijf minuten rusten tot het licht begint te schuimen.
Meng in een grote kom de bloem en het zout. Maak een kuiltje in het midden en giet het gistmengsel en de olijfolie erbij. Meng met een houten lepel tot alles samenkomt. Het deeg zal plakkerig aanvoelen, maar dat is goed. Kneed het ongeveer tien minuten met de hand of vijf minuten in een keukenmachine tot het soepel en elastisch is.
Vorm een bal van het deeg, leg het in een licht ingevette kom en dek af met een vochtige doek of folie. Zet op een warme plek en laat een uur rijzen tot het deeg verdubbeld is.
Knoflookolie makenVerhit drie eetlepels olijfolie in een klein pannetje op laag vuur. Voeg de knoflook toe en laat zachtjes trekken tot de knoflook goudgeel is. Haal van het vuur en laat afkoelen. Deze olie geeft de focaccia zijn karakteristieke smaak.
Vet een bakplaat in met olijfolie. Druk het gerezen deeg uit tot een rechthoek van ongeveer twee centimeter dik. Bedek het opnieuw en laat het 30–45 minuten rijzen.
Verwarm de oven voor op 220 °C. Druk met je vingertoppen kuiltjes in het deeg en besprenkel royaal met de knoflookolie, inclusief de stukjes knoflook. Verdeel rozemarijn en bestrooi met grof zeezout.
Bak de focaccia 20–25 minuten tot de bovenkant goudbruin en licht krokant is. Haal uit de oven en bestrijk, zolang het nog warm is, met een beetje extra olijfolie. Laat tien minuten rusten voordat je aansnijdt.
Snijd in repen of blokken en serveer bij Italiaanse tomatensoep of als borrelhapje met kaas of gegrilde groenten. De combinatie van het zachte, kruidige brood met de frisse soep is onweerstaanbaar.
Heb je dit recept als eens geprobeerd?Let us know how it was!