Een goede steak tartaar begint bij het vlees. Kies voor rundvlees van topkwaliteit, bij voorkeur van de slager, en zeg duidelijk dat je het rauw gaat eten. Zo weet de slager dat hij een stuk uit het midden van de spier moet snijden, waar het vlees schoon en mals is.
Leg het vlees even in de koelkast tot vlak voor het snijden. Koud vlees laat zich makkelijker in kleine blokjes snijden. Gebruik een scherp mes en snijd het vlees eerst in dunne plakken, daarna in fijne reepjes, en tenslotte in kleine blokjes. Je kunt het nog iets fijner hakken als je een zachtere textuur wilt, maar het moet wel structuur behouden – geen gehakt worden.
Maak de basisdressing: Klop in een mengkom de eidooier los met de mosterd, worcestersaus, tabasco en olijfolie. Voeg zout en peper toe naar smaak. Dit mengsel vormt de smaakbasis van je tartaar.
Voeg de smaakmakers toe: Meng de gesnipperde sjalot, kappertjes, augurkjes en peterselie door de dressing. De combinatie van zuur, pittig en kruidig zorgt voor balans.
Meng het vlees: Voeg het fijngesneden rundvlees toe aan de kom en schep het voorzichtig door de dressing. Werk met beleid; het vlees mag niet papperig worden.
Proef en pas aan: Neem een klein hapje en controleer de balans. Wil je meer pit, voeg dan wat extra tabasco of mosterd toe.
Vorm en serveer: Plaats een serveerring op het bord en vul die met de tartaar. Druk lichtjes aan en verwijder de ring voorzichtig. Leg eventueel een extra eidooier bovenop en garneer met een paar korrels zeezout en een snufje zwarte peper.
Serveer direct, want steak tartaar moet koud en vers zijn.
Heb je dit recept als eens geprobeerd?Let us know how it was!