Trimmen: snij met een scherp mes eventueel overtollig hard vet weg. Laat wel wat vet zitten; dit smelt tijdens het garen en houdt het vlees sappig.
Rubben: meng zout, peper en knoflookpoeder en wrijf dit royaal over het vlees. Doe dit minstens een uur van tevoren, of zelfs de avond ervoor.
Kamado aansteken: vul de vuurschaal volledig met houtskool. Leg een paar rookchunks verspreid tussen de kolen. Steek aan met een kolenstarter of aanmaakblokjes.
Bereiding
Zorg dat je kamado stabiel op 110–120 graden staat met de platesetter erin voor indirecte hitte.
Zet een drip pan met een beetje water of appelsap onder het rooster. Dit helpt de temperatuur te stabiliseren en voorkomt dat er vet op de kolen drupt. Leg de short ribs op het rooster, botkant naar beneden.
In de eerste 3 tot 4 uur neemt het vlees de meeste rook op. Sluit de deksel en open die zo min mogelijk. De kamado doet zijn werk.
Rond de 70 graden kerntemperatuur kan het lijken alsof het vlees niet verder gaart. Dit is de zogenaamde stall: vocht uit het vlees verdampt en koelt het proces. Blijf geduldig.
Na ongeveer 6 tot 7 uur kun je de ribs inpakken in butcher paper of aluminiumfolie. Dit helpt om sneller door de stall heen te komen en houdt het vlees sappig.
Laat het vlees doorgaren tot een kerntemperatuur van 95–98 graden. Dit kan in totaal 8 tot 10 uur duren, afhankelijk van de grootte.
Haal de short ribs van de kamado en laat ze minstens 30 tot 60 minuten rusten, ingepakt in folie en een handdoek in een koelbox. Zo blijven de sappen mooi in het vlees.
Heb je dit recept als eens geprobeerd?Let us know how it was!