Begin met het voorverwarmen van de oven op 200°C. Vet vier soufflé vormpjes in met boter en bestuif ze licht met bloem. Dit zorgt ervoor dat de soufflés straks mooi rijzen zonder aan de randen te blijven plakken. Strijk daarbij de boter van beneden naar boven langs de randen en doe als laatste de bodem.
Pocheer de zalm in een pan met licht gezouten water gedurende 5-7 minuten, tot de vis net gaar is. Haal de zalm uit het water, laat even afkoelen en pluk hem met een vork in kleine stukjes.
Smelt de boter in een steelpan op laag vuur en voeg de bloem toe. Roer goed met een garde tot een roux ontstaat en laat dit 1-2 minuten garen zonder te verkleuren. Giet langzaam de melk erbij en blijf roeren tot een dikke bechamelsaus ontstaat. Haal de pan van het vuur en voeg de mosterd, nootmuskaat, peper en zout toe. Roer vervolgens de Parmezaanse kaas en de eidooiers erdoor.
Klop de eiwitten in een schone kom met een snufje zout tot stijve pieken. Voeg voorzichtig het citroensap toe om de structuur te stabiliseren.
Spatel de stukjes zalm door de bechamelsaus en meng vervolgens voorzichtig het opgeklopte eiwit erdoor. Doe dit in drie delen en gebruik een spatel om de luchtigheid te behouden.
Verdeel het mengsel over de soufflé vormpjes en vul ze tot net onder de rand. Strijk de bovenkant glad en bak de soufflés 20-25 minuten in de voorverwarmde oven tot ze goudbruin en luchtig zijn. Belangrijk: Open de oven niet tijdens het bakken!
Serveer de soufflés direct uit de oven voor het beste resultaat. Garneer eventueel met verse kruiden zoals dille of peterselie voor een extra smaakaccent.